Safety
Zwemtrapveiligheid
De meeste duikers die vanaf boten duiken weten wel dat ze, voor ze het water ingaan, moeten controleren of er niemand onder ze ligt. Ook als ze als ze de zwemtrap gebruiken om na de duik weer aan boord te klimmen moeten ze kijken dat er niemand onder hun ligt als ze zouden vallen.
Duikers worden voortdurend aan deze twee voorzorgsmaatregelen herinnerd als onderdeel van de duikbriefing. Bij de briefing zou je verteld moeten worden welke uitrustingsonderdelen je moet verwijderen voordat je weer aan boord klimt; dit kan verschillen van duikboot tot duikboot en van locatie tot locatie. Noch alle zwemtrapjes, noch de duikcondities zijn overal hetzelfde. Je zult merken dat het bijvoorbeeld bij H-trappen nodig is dat je je zwemvinnen uitdoet, terwijl je bij T-trappen, die veel vaker voorkomen en gebruikersvriendelijker zijn, je vinnen aan kunt te houden.
Wat bij duikers minder bekend is en wat tijdens de briefing zelden genoemd wordt is hoe je hand-/vingerverwondingen kunt voorkomen bij het beklimmen van een zwemtrapje. Zeecondities maken het beklimmen van een trap moeilijker en hoewel sommige boten vaste zwemtrappen hebben, moet duikers het meestal doen met bewegende, opklapbare zwemtrapjes.
Dit type zwemtrap hoeft geen probleem op te leveren als je weet hoe ze werken. Wees je er als eerste bewust van dat deze trapjes meestal met een scharnier aan de boot bevestigd zijn. Dit laat de trap met de deining op en neer bewegen. Veel van deze scharnieren kunnen niet vergrendeld worden, dus zal de trap, met of zonder duiker erop, bewegen. Stel je de trap voor als een ‘notenkraker’. Stel je nu voor dat een handvat van de notenkraker vast zit en dat jij op het andere handvat drukt. De noot zal gekraakt worden zonder dat er al te veel kracht gebruikt wordt. De zwemtrap werkt op dezelfde manier.
Een “handvat” is de boot, de ander is de zwemtrap. Als de trap omhoog gaat (je benen gaan naar achteren als je op de trap staat) – gaat de notenkraker in feite open. Maar als de trap weer omlaag gaat, wil je echt niet dat je handen of vingers tussen de twee bewegende delen vast komen te zitten. Als dit gebeurt, kun je de druk er niet afhalen omdat je met je hele gewicht op de ladder staat en het gevolg is dat jij eindigt met verbrijzelde of gewonde handen of vingers – misschien zelfs een amputatie! Hetzelfde geldt voor alle bewegende delen van zwemtrappen.
Deze verwondingen kunnen voorkomen worden: kijk gewoon heel goed waar je je handen neerzet. Soms is dat gemakkelijker gezegd dan gedaan als de deining het aan boord klimmen tot een uitdaging maakt en je misschien niet veel aandacht besteed aan waar je je handen zet. Het ontwerp van de zwemtrap kan het risico van hand- en vingerverwondingen kleiner maken en duikcentra worden aangespoord om een grondige risicobeoordeling te maken en ervoor te zorgen dat hun zwemtrappen zo veilig mogelijk zijn.
Als laatste nog iets over hoofdverwondingen. Het gebeurt slechts zelden, maar ben je ervan bewust dat als er een flinke deining staat de zwemtrap een flink stuk omhoog gaat en dan weer met een smak in het water terugvalt op de neerwaartse beweging. Zorg ervoor dat je op dat moment niet onder de trap ligt. Dit kan ook een uitdaging vormen wanneer sterke onderstromingen je naar de trap toe duwen. Hoewel je misschien denkt dat dat het gemakkelijker maakt om hem vast te grijpen, kom toch nooit te dicht bij de trap boven – het zou je hele dag wel eens kunnen ruïneren.
Over de auteur
Guy Thomas is een deskundig Duik- en Eerstehulpinstructeur Trainer en werkt voltijds als Director of Safety Programs bij Dan Europe, waar hij verantwoordelijk is voor de ontwikkeling en implementatie van de DAN Europe Veiligheidsinitiatieven. Hij is tevens lid van het Speciale Reddingsteam Team van het Italiaanse Rode Kruis en werkt als Helikopter Reddingszwemmer/Duik Paramedicus, aan boot van een SAR helikopter van de Italiaanse Staatspolitie.
Vertaler: Els Knaapen