Op alles voorbereide duiker

Onderhoud Scuba-duikuitrusting – Drogen en opbergen van je uitrusting

Na het lezen van het artikel over het spoelen en schoonmaken van je duikuitrusting, gaan we nu dieper in op de manier waarop je duikuitrusting moet worden gedroogd en opgeborgen. 

Het onderstaande zijn algemene regels en tips, maar houd ermee rekening dat de gebruikershandleiding van je uitrusting specifieke schoonmaak- en opberginstructies kan bevatten.

Hoe moet je je uitrusting drogen

Ja, je uitrusting zal in de zon sneller drogen,  maar langdurige blootstelling aan uv-stralen zorgt voor verkleuring (bleekeffect) en het ziet er eerder dan je denkt versleten en afgedragen uit. Zonlicht kan neopreenpakken, slangen,  latex en rubberen seals aantasten, maar ook alles dat van plastic gemaakt is, o-ringen/afdichtingsringen en zelfs ritsen. Bovendien maakt blootstelling aan hoge temperaturen het neopreen minder elastisch.

De duikuitrusting mag gerust buiten worden gedroogd, best in de schaduw, maar breng de uitrusting naar binnen zodra ze droog is. Een andere mogelijkheid is om de uitrusting binnen te drogen in een goed geventileerde ruimte, maar zorg er dan voor dat ze niet in de buurt van verwarming ligt, want dat kan leiden tot brandgevaar en schade aan de uitrusting.

Laat neopreenpakken binnenstebuiten te drogen om de buitenlaag te beschermen. Gebruik geen droogtrommels, aangezien die de levensduur van het neopreen inkorten. Er bestaan speciale verwarmingselementen om je laarzen en handschoenen mee te drogen, maar houd mogelijk brandgevaar of oververhitting van de uitrusting in het oog. 

Hang je droogpakken (neopreen of trilaminaat) ondersteboven op met gebruik making van een geschikte hanger Deze  positie – binnen of buiten- laat het resterende water weglopen.

Bij je trimvest is het drogen van de buitenkant is niet zo'n probleem, maar de binnenkant is een ander verhaal. De eenvoudigste manier is om het trimvest op te blazen en het water door de inflatorslang of de ventielen weg te laten weglopen. Herhaal dat enkele keren voor het beste resultaat en laat daarna je trimvest in opgeblazen toestand drogen. Behandel DSMB's net zo: rol ze uit en hang je ze gedeeltelijk opgeblazen op.

Sommige delen van duikmaskers zijn gevoelig voor kalkaanslag, zoals het stuk tussen de neusbrug en het glas. Droog deze delen met een doek of handdoek om de levensduur van het masker te verlengen.

Vinnen zijn steviger, maar houden ook niet van hoge temperaturen. Wanneer de vinnen in de zon liggen te drogen met andere spullen erbovenop kunnen ze vervormd raken en krom worden, wat ze dan onder water minder efficiënt kunnen maken.

Op de juiste manier opbergen

Bewaar je uitrusting op een koele, droge plaats waar het beschermd is tegen zonlicht en hoge temperaturen (meer dan 49°C). Leg hem niet in de nabijheid van ozon, chloor of uitlaatgassen en vermijd ook contact met of blootstelling aan olie, oplosmiddelen, benzine en chemische producten.

Je maakt er het best een gewoonte van om je trimvest deels opgeblazen te bewaren en ook het gebruik van speciale kleerhangers, waar je ook je automaat aan kan bevestigen, is aangeraden. Je kan je ademautomaat ook opbergen in een doos of een tas, maar let er altijd op dat de slangen niet strak gevouwen zijn. Een beschermende tas om je ademautomaat in op te bergen kan voorkomen dat dit kostbare materiaal beschadigd raakt.

Zorg ervoor dat het droogpak zowel binnen als buiten droog is voor je het opbergt. Droogpakken worden het best  ondersteboven opgehangen (rits dicht), gebruikmakend van een daarvoor bestemde droogpakhanger, of je kan ze plat opbergen  – Leg geen zware voorwerpen op het droogpak, want zo kunnen er ook knikken of gaten ontstaan. Niet genoeg plaats om het pak op deze manieren op te bergen? Je kan het pak opvouwen of oprollen maar als je de rits vouwt, kan die knikken waardoor ze zwakker wordt en mogelijks breekt.  Het is een goede gewoonte om de rits gesmeerd te houden en gebruik hiervoor een speciaal smeermiddel. Gebruik geurloos talkpoeder op de nek- en polsseals om ze in een goede staat te houden.

Je bewaart je duikmasker en snorkel het best apart in hun doos om zo de siliconen componenten te beschermen. Hetzelfde is van toepassing op je duikcomputer, een belangrijk uitrustingsstuk dat goed beschermd moet worden.

Verwijder batterijen uit duiklampen wanneer ze een bepaalde tijd niet zullen worden gebruikt. Batterijen kunnen namelijk lekken en het batterijzuur zal je uitrusting zwaar beschadigen. Lees hier een artikel over hoe je duiklampen moet transporteren wanneer je op ries gaat.

En je duikflessen?  Voorkom dat er vocht in de duikfles komt, ook al is dat moeilijk te garanderen, aangezien dat deels afhangt van het vulstation. Wat je kan doen is de duikfles nooit leeg op te bergen en aldus een beetje druk in de fles houden.  Zelfs de kleinste hoeveelheid vocht aan de binnenkant kan corrosie veroorzaken, dus berg je flessen nooit liggend op, omdat de wand van de fles namelijk dunner is dan de bodem. Berg de fles staand en goed vastgemaakt op. Een lege duikfles die omvalt kan nog steeds schade aan de kraan veroorzaken, wat op zijn beurt dan weer ernstige schade of verwondingen kan veroorzaken wanneer je de duikfles opnieuw vult. Als je je duikflessen voor langere tijd niet gebruikt, laat ze dan niet volledig gevuld: de hoeveelheid zuurstof in de duikfles kan verminderen door oxidatie. Gebruik een beschermkap om te vermijden dat er stof of onzuiverheden in de kraan terechtkomen of dat die zich zelfs een weg banen tot in de eerste trap (of zijn gesinterde filter). Dat is extra belangrijk wanneer je verrijkte gasmengsels en zuurstofzuivere materialen gebruikt.

Klaar voor gebruik? 

Je uitrusting op de juiste manier schoonmaken, drogen en opbergen betekent nog niet dat ze zomaar opnieuw klaar is voor gebruik. In het volgende artikel van deze reeks gaan we dieper in op hoe je het best controleert of je uitrusting klaar is voor een volgende duik.

---

Vertaling: Julie Mestdach, Ruben D’haeyere, Ine Bruggeman, Valérie Roels, Nikita Vanboterdael en Eline Vanbiervliet (laatstejaarsstudenten Master of Arts in het Vertalen – Universiteit Gent)