Uit de hand gelopen
Controle over het drijfvermogen, misschien een van de meest verwarrende aspecten van veilig duiken, is hier het onderwerp. Het regelen va het drijfvermogen is niet altijd gemakkelijk, vooral voor beginners en zelfs ervaren duikers kunnen zo nu en dan de controle erover verliezen. Maar als het drijfvermogen een probleem wordt kan er jammer genoeg gevaar op volgen.
Duiker 1
Dit is wat een paar jaar geleden een 24 jaar oude open water gebrevetteerde duiker overkwam. Volgens het DAN Report on Decompression Illness, Diving Fatalities and Project Dive Exploration (de 2004 uitgave, gebaseerd op 2002 gegevens) was deze duiker zeven maanden voor het ongeval gebrevetteerd. In die tijd had ze 15 duiken gemaakt. De problemen begonnen toen ze met een buddy op een diepte van 18 meter aan het duiken was. De buddy had moeite met zijn loodgordel en terwijl zij probeerde hem te helpen, viel haar ademautomaat uit haar mond. Haar buddy probeerde haar te helpen, maar zijn eigen situatie werd er niet beter op. Hij verloor zijn loodgordel en moest naar boven. Onderweg verloor hij een vin en zijn fles raakte los van het backpack. Het is niet duidelijk wat er vervolgens precies gebeurde maar ongeveer 15 minuten later werd ze bewusteloos op de bodem gevonden met haar automaat uit haar mond. Ze had haar laatste duik gemaakt. We weten niet hoe ervaren de overlevende buddy was of waarom hij zo veel problemen had tijdens deze duik. Ook weten we niet wat de oorzaak was dat de duiker haar automaat verloor en hem niet weer kon terugvinden.
Het lijkt erop dat het kernprobleem waarom heen de tragedie zich ontvouwde het probleem met de loodgordel van de overlevende buddy was. Als je eenmaal een loodgordel hebt verloren of afgeworpen is er geen weg meer terug. De gordelloze duiker heeft een positief drijfvermogen en zal hoogstwaarschijnlijk eerder vroeger dan later aan het oppervlak eindigen. Zoals dit ongeval laat zien kan het oplossen van andere problemen onmogelijk worden als de controle over het drijfvermogen weg is. Porblemen met loodgordels kunnen vele vormen aannemen. De eerste komt voort uit het eenvoudige feit dat als een duiker afdaalt het natpak samengedrukt wordt en de gordel los gaat zitten, tenzij hij aangepast wordt. In sommige gevallen kan een losse gordel om het middel van de duiker draaien waarbij de gesp op de rug van de duiker komt te zitten. Als dat gebeurt is het vrijwel onmogelijk om de gordel verder aan te passen of af te werpen. Andere keren maken duikers een fout en laten hun gordel per ongeluk vallen als ze bezig zijn met de nodige aanpassingen.
Duiker 2
Een heel ander probleem doet zich voor als een loodgordel (of lood) plotseling en per ongeluk tijdens een duik afvalt. Hoewel het probleem voort kan komen uit het niet zorgvuldig en tijdig aanpassen van de gordel tijdens de duik, kan het zich ook voordoen als gevolg van niet juist werkend of kapot materiaal. Denk eens aan de duiker die een nieuwe soft lood gordel had gekocht en er zojuist zijn tweede duik mee had gemaakt. Aan het eind ervan zag hij dat het stiksel van een van de zakjes kapot was en dat een-kilo loodzakje gevaarlijk uit het restant van de zak bungelde. Dat was inderdaad op het nippertje. Was het eerder kapot gegaan of was het verder gegaan, had er een ernstig ongeluk kunnen gebeuren. Hoewel het gemakkelijk is om aan te nemen dat de gordel van de duiker kapot was, moeten we niet de mogelijkheid over het hoofd zien dat een goede inspectie van de gordel voor de tweede duik de duiker een hint had kunnen geven dat de gordel letterlijk uit elkaar aan het vallen was. Natuurlijk moet een nieuwe loodgordel sterk genoeg zijn om twee duiken te overleven, maar we moeten er nooit van uitgaan dat omdat een uitrustingsstuk vrijwel nieuw is, het ook in goede staat verkeert.
Duiker 3
Een ander geval betreft een duiker die een geleende loodgordel droeg. Toen hij probeerde om vanaf een diepte van 10 meter omhoog te komen, realiseerde de duiker zich dat hij niet hard genoeg kon zwemmen. In plaats van de loodgordel af te gooien – met het gevaar hem te verliezen – gebruikte de duiker de inflator om zich naar boven te helpen. Zulke incidenten wijzen op een algemene kwaal onder duikers – ze maken zich meer zorgen over het materiaal dat ze gebruiken dan over hun eigen veiligheid. Hoewel niemand een absoluut goed uitrustingsstuk wil verliezen, doen we er goed aan niet te vergeten dat het enige doel van onze duikuitrusting is ons in leven te houden. Als dat betekent dat we spullen verliezen tijdens het in leven blijven, dan zij dat zo! Overloding is nog zo’n zaak die vaak genegeerd wordt. Als duikers meer lood bij zich hebben dan nodig is, hebben ze ook meer lucht in hun trimjacket dan nodig is. Als de duiker van diepte verandert is het verschil in drijfvermogen als gevolg daarvan, groter. Neem bijvoorbeeld een duiker in gedachten die meer dan 1,5 kg lood te veel bij zich heeft en dat in evenwicht brengt met voldoende lucht om 1,5 extra kilo’s aan drijfvermogen op diepte te geven.
Als die duiker opstijgt, zet deze extra lucht uit en geeft hem meer drijfvermogen dan hij gehad zou hebben als hij om te beginnen goed uitgelood zou zijn geweest. Als hij afdaalt wordt die lucht samengedrukt en er moet meer lucht toegevoegd worden om een neutraal drijfvermogen te verkrijgen. Als gevolg daarvan is het moeilijker om het drijfvermogen tijdens de hele duik onder controle te houden en de mogelijkheid van te veel of te weinig controle wordt groter. Loodgordels zijn niet het enige probleem als het gaat om drijfvermogen handhaven. Problemen met het drijfvermogen kunnen zich ook voordoen als gevolg van niet functioneren of kapot gaan van een trimjacket. De onderliggende oorzaak kan een fabricagefout, een ontwerpfout zijn of een fout bij het onderhoud ervan zoals in het volgende geval.
Duiker 4
De 35 jaar oude, open water gebrevetteerde duiker die meer dan 100 duiken in zijn logboek had staan, had een “bijna ongeval” tijdens een opleidingsduik die onderdeel was van een programma voor advanced duiker brevettering. Het was de tweede duik van de dag en de duiker was net begonnen met opstijgen vanaf een diepte van 25 mzw toen hij zich realiseerde dat zijn drijfvermogen niet goed aangepast was. Toen hij probeerde zijn jacket met de inflator op te blazen, stroomden er bellen uit een open poort van het jacket. Ongeveer diezelfde tijd kwam de instructeur naar hem toe met een veerzitting en een schroefdekseltje voor het overdruksysteem van het jacket in zijn hand. Kennelijk had de overdrukklepdeksel los gezeten en was hij er tijdens de duik afgevallen. Gelukkig kon de duiker verder opstijgen en kon hij zijn jacket na het verlaten van het water weer in elkaar zetten. Het is normaal dat duikers zichzelf “voor het hoofd slaan” als er een dergelijke situatie zich voordoet, maar in werkelijkheid kunnen dergelijke situaties veel ernstiger zijn dan we graag toegeven. Misschien is het enige ding dat dit laatste incident scheidt van de fatale verwondingvan het slachtoffer uit ons eerste rapport, gewoon dom geluk en dat is niet iets waar we ons leven aan willen toevertrouwen. Door naar al deze ongevallen en incidenten te kijken, kunnen we onze procedures en attitude fijnslijpen en genieten van veilig duiken.