Wederzijds respect
Op het afgelegen Guadalupe Eiland vindt migratie plaats. Dat wordt slechts sinds een paar jaar bestudeerd. Grote Witte haaien (Carcharodon carcharias) trekken door en volgen grote scholen tonijn, een van hun lievelingseten.
Tijdens trips in 2002 en 2003 om grote witte haaien te fotograferen heeft niemand in mijn groep roofdiergedrag naar een van deze vinpotigen (letterlijk “vleugelvoetigen”, zoals de vorm van hun vinnen suggereert) opgemerkt. Paul “Doc” Anes, een pionier in het duiken met witte haaien in Guadalupe zegt dat hij sinds 2000, toen de expedities begonnen, nooitzulk roofdiergedrag heeft gezien. “We hebben wel een witte haai gezien die een vogel opat,” zei Anes.
Theorieën over waarom er niet zulke aanvallen zijn
Er doen veel theorieën de ronde waarom de haaien deze maaltjes rijk aan vetten niet aanvallen terwijl ze zich er gewoonlijk op andere locaties wel mee voeden, zoals in de buurt van de Farallon eilanden ten westen van San Francisco en aan de Zuid Afrikaanse kust van False Bay, zo’n 30 minuten ten zuiden van Kaapstad. Vroege ochtend boottripjes vanuit Simons Town op het Kaapschiereiland in Zuid Afrika bieden bezoekers spectaculaire aanvallen door haaien wanneer ze “vliegen” of door het oppervlak breken op zoek naar prooi. Dit is vastgelegd in de populaire Air Jaws programma’s van Discovery Channel. Troebel water creëert daar een “kill zone” die de zeehonden moeten oversteken om naar diep water te gaan. Daar hebben de witte haaien het voordeel niet zichtbaar te zijn. Aanvallen op de jongere, minder ervaren jongen die voor het eerst de zee opgaan, zijn goed vastgelegd.
Anes, eigenaar van San Diego Shark Diving Expeditions Inc. In San Diego, Calif., heeft waarschijnlijk meer tijd doorgebracht met observatie en het leiden van tochtjes naar Guadalupe Eiland dan waarschijnlijk wie dan ook. Hij bezit de zaak sinds 1993 en heeft talrijke expedities naar Guadalupe gemaakt. Anes denkt aan verschillende mogelijkheden waarom de Guadalupe witte haaien niet op vinpotigen op die bepaalde plek jagen. Het zicht, dat vaak tussen 24-30 meter ligt, neemt het verrassingselement weg dat de haaien meestal gebruiken om hun aanvallen in te zetten. Net zoals de meeste roofdier katten op de Afrikaanse vlakten, kunnen deze dieren het zich niet veroorloven om energie te verspillen aan talloze, onsuccesvolle aanvallen. Aanvallen op vinpotigen elders in de wereld zijn meestal op jonge zeehonden en zeeleeuwen die nog geen ervaring hebben in het zich bewust zijn van roofdieren en het vermijden daarvan. Anes denkt ook dat veel van de haaien verder trekken voordat de jonge zeeolifanten voor het eerst de zee ingaan om voedertechnieken te leren. Dr. Michael Domeier, president en executive director van het Pfleger Institute of Environmental Research in Oceanside, Calif., heeft bijna 20 Guadalupe witte haaien voorzien van satelliet tracking en recording apparatuur. Zijn data geen aan d at rond januari de haaien de oceaan op trekken en zelfs naar Hawaï gaan. Terwijl zijn studie voortgezet wordt geeft hij aan dat hij geen roofdierengedrag op gezonde vinpotigen gezien heeft. Jessie Harper, die met Domeier werkt, heeft data verzameld tijdens San Diego Duiken met Haaien trips bij de witte haaienpopulatie van Guadalupe. Samenwerkend met Anes hebben ze in totaal meer uren opgetekend met het observeren van witte haaien in Guadalupe dan wie dan ook. “Als er zich aanvallen hadden voorgedaan, zouden we er langzamerhand wel een gezien moeten hebben,” zei Anes.
Bioloog Burney J. LeBoeuf, Ph.D., bestudeert al sinds 25 jaar zeeolifanten. In zijn boek uit 1985 merkte LeBoef op dat zeeolifantjongen tussen midden december en januari geboren worden en dat ze, nadat ze gespeend zijn, gedurende twee tot drie maanden op hun opgeslagen vet leven. Het kan wel mei worden voordat de jonge zeehonden voor het eerst zich zeewaarts wagen en dat is ver nadat de witte haaien verder zijn getrokken.
Persoonlijke ontmoeting
In 2003 heb ik een groep duikers begeleid tijdens een haaienduikexpeditie naar Guadalupe Eiland. Daar zagen we iets dat we hielden voor het eerste roofdierengedrag tussen een witte haai en een zeeleeuw op die locatie. Een mannetjeszeeleeuw, geïdentificeerd door zijn prominente, kroonachtige knobbel op zijn hoofd, benaderde onze boot die voor anker lag, waar grote tonijnkoppen ronddreven om de haaien naar de kooien te lokken. Hij had kennelijk honger en wilde van de haailokaas eten, zoals hij steeds maar weer liet zien. De “lokaas cowboys” (een bijnaam voor de leveranciers van vissenkoppen) hadden het er moeilijk mee om de tonijnkoppen weg te houden van de vinpotige die maar aan bleef dringen. Tijdens deze voederstrooptocht laat in de middag waren we er zeker van dat de zeeleeuw ieder moment opgediend zou kunnen worden omdat er steeds meer grote witte haaien het blauw in en uit kwamen zwemmen. Het was een echte show, daar waren we het allemaal over eens: de zeeleeuw lag lui te zonnen aan het oppervlak en wachtte duidelijk op een gelegenheid om een sprintje te trekken naar een verse vissenkop. Als er een haai opdook, zwom de zeeleeuw ongehaast weg, kennelijk zich er heel wel van bewust dat de haai het op hetzelfde voedsel gemunt had. Een keer schrok de zeeleeuw op uit zijn ontspannen houding door een grote witte haai, nauwelijks 3 meter lang, die de staart van de zeeleeuw “testte” door er een zacht duwtje tegen te geven. Het was geen beet. (Witte haaien kunnen door andere witte haaien of door hun prooi gebeten worden en als ze gewond raken kunnen ze misschien niet meer jagen en zichzelf voeden). Het duwtje dat we zagen kwam van een jong mannetje die waarschijnlijk probeerde een concurrent uit het spel te duwen.
Anes zegt dat toeschouwers in Guadalupe zeeleeuwen gezien hebben die in de strijd om tonijnkoppen de staarten en vinnen van grote witte haaien beten. “Ze vallen de witte haaien lastig, zoals ze dat met iedere concurrent betreffende voedsel zouden doen,” zei Anes. “Het lijkt er wel op dat het roofdier zich realiseert dat het nutteloos zou zijn om een aanval op een dergelijk dier dat zo op zijn hoede is, te proberen. “De naam van het spel in de grote vijver is om zo min mogelijk energie te gebruiken voor een maximum aan voedsel (calorieën). Achter een snelle zeeleeuw aanjagen is een verkwisting van kostbare energie in het heldere water van Guadalupe. Alleen in troebele wateren dicht bij de kust, waar witte haaien en vinpotigen naast elkaar leven, heeft de witte haai een betere kans zich te voeden.” Naarmate de dagen in Guadalupe verstreken begonnen we in te zien dat dit het beste omschreven kon worden als een geval van wederzijdse voorzichtigheid. De zeeleeuw wist dat hij in dit heldere water de haai gemakkelijk kon ontwijken. De haai leek te zeeleeuw als een lastpost te beschouwen die hem van zijn gemakkelijke “sushi” snackjes afhield. Het was alleen als er drie of meer haaien op kwamen dagen en wedijverden voor het aas dat het kleine mannetje op weg naar de kust ging om even pauze te houden. Soms schenkt de natuur ons verbazingwekkende en leerzame ervaringen…