Perceptie van de realiteit en hydratatie bij duikers
Een opmerkelijke prestatie van Steve Jobs (noot van de redactie: de overleden oprichter van Apple Computers) was de creatie van Reality Distortion Fields (RDF). Het schijnt dat door in een van deze velden binnen te gaan het mogelijk maakt om een nieuw computerconcept in drie dagen te ontwikkelen en maakt dat het leven niets meer waard is zonder een iPhone. Maar ik heb ontdekt dat de mogelijkheid om de werkelijkheid te vervormen geschapen kan worden door creatief naar technologie te kijken. Dit kan heel gewoon zijn onder duikers, vooral als we het hebben over diepte en iemands luchtverbruik. Het schijnt dat het verbergen van de manometer in de zak van het trimvest de lucht op een constant niveau kan houden of het zelfs kan vermeerderen. Het maximumpunt van werkelijkheidvervorming vindt plaats op ongeveer 30 bar. Het is interessant om op te merken dat dit getal steeds weer opduikt: een geval dat hierop lijkt is nog zo’n punt van werkelijkheidsvervorming en dat gebeurt dan op 30 meter. 36 meter wordt vaak gezien als 29,8 en 38 als 29,9. Daarentegen wordt 30 bar gezien als bijna 50.
Toch is het iemands oordeel betreffende zijn fysiologische grenzen die het hem mogelijk maakt het hoogst mogelijke te bereiken: het belangrijkste is een variabele te kiezen die je goed past en die dan aan je eigen behoeftes aan te passen en het te gebruiken als een manier om de werkelijkheid te vervormen – om het zigzag, jojo patroon van een duikprofiel uit te vlakken en glad te maken. Iedereen weet heel goed hoe een “jojo” profiel er uit ziet … het ziet eruit als iets dat “alle anderen” doen. Te midden van deze variabelen is de meest “variabele” van allemaal de perceptie van het begrip hydratatie. Ieder van ons is verschillend in zijn/haar fysiologie en daarom is het maar beter om ruim binnen de grenzen van de duiktabel en duikcomputer te blijven. Er zijn mensen die voldoende gehydrateerd zijn door een koffie of een glas Coca-Cola en anderen die al vanaf de avond tevoren zich het geluid van bier en chips hebben ingebeeld.
Als het 45° in de schaduw is, herinner ik er iedereen aan dat ze vocht tot zich moeten nemen en gehydrateerd moeten blijven door het drinken van een heleboel water. Het is onontkoombaar dat er mensen zijn die zich op flesjes met sinaasappellimonade en Coca-Cola storten. “Waarom?” vragen ze. “Er zit toch water in alle drankjes?” Ik ga het uitleggen. “Er zit alkaloïde in koffie. Er zit suiker in frisdrank … om deze substanties te verteren moet het organisme het water dat het heeft gebruiken en …” Zoals gewoonlijk begint de trip naar de andere dimensie als ik bij de tweede lettergreep aankom, “Verte…..” en de duiker is niet meer bij ons; hij heeft de werkelijkheid zoals je die kent uitgebannen en is teruggevallen in een parallel universum; het universum dat hij vervormd heeft.
Deze enkele zin is voldoende om duikers en divemasters langs de onzichtbare lijn heen en weer te laten reizen. “Aerodynamica heeft aangetoond dat de reuzenwesp niet in staat is tot vliegen vanwege de relatie tussen zijn de spanwijdte van zijn vleugels en zijn lichaammassa.” Dit is een citaat van Igor Ivanovič Sikorskij, een luchtvaartpionier, maar ik heb dit horen zeggen door een duiker die probeerde zijn duik voort te zetten met 30 bar. Om met zo iemand om te gaan is hetzelfde als de duivel aan boord te hebben.
Een duiker, die ingenieur was, probeerde me ervan te overtuigen dat als je gedurende een bepaalde tijd je adem inhoudt, je geen stikstof opneemt. Het was duidelijk dat hij dit zei om het feit te rechtvaardigen dat hij over de noodlottige limiet van 30 meter was gegaan met slechts een horloge en dieptemeter bij zich. “Als dat niet waar is, zouden alle apneuduikers last hebben van DCZ!” Dergelijke woorden, uitgesproken onder een tropische hemel, waren voldoende om alle aandacht en hersengolven van iedereen aan boord in gang te zetten. Dat hij zijn adem had ingehouden en de duiktabel en instrumenten genegeerd had was van geen betekenis: hij was het genie, de knappe kop, de vernieuwer ….. en wij, de gidsen … wij waren de starre verdedigers van ouderwetse, morele overtuigingen. Mijn motto “Je kunt niet op iets vertrouwen dat je niet kunt meten!” had de klank van een achterhaalde uitdrukking. Iedereen luisterde gefascineerd – naar hem; niet naar mij. Onder een schilderachtige hemel vol wattenballetjes, klonken mijn tegenwerpingen saai. Hij was overduidelijk in een perfecte conditie en ik kon hem gewoon niet weer onderwater sturen met als excuus een noodrecompressie; dat maakte in feite geen deel uit van onze standaards .. het is een procedure die absoluut verboden is.
Gelukkig komt de duivel niet zo vaak aan boord. Maar toch is het werkelijkheidvervormveld niet altijd efficiënt: dehydratatie zendt nog steeds duikers naar de hyperbare kamer en schepen varen terug naar de wal vanwege vals alarm. Maar nog steeds maken ze “jo-jo” duiken en andere “creatieve” interpretaties van duikinstrumenten. Ik ben nog maar heel weinig “Steve Jobs” onderwater tegengekomen en zelfs Steve Job kon niet iedere keer voor magie zorgen.